Makkelijk of moeilijk
Je zou zo zeggen, kolen wegbrengen, is gewoon werken, maar of je het makkelijk kunt doen of dat het moeilijk moet is een groot verschil.
We zullen beginnen bij een moeilijke klant (bijvoorbeeld de fam.van Lier, Groenelaan, Honselersdijk) diep verborgen tussen kassen en sloten.
Je begon met 6 zakken kolen op een uiverwagentje te zetten, dan 100 meter op een smal pad (let op de sloot) lopen, 2 hoge bruggetjes over, waar je elkaar moet helpen er op te trekken en dan weer tegenhouden. Na het eerste bruggetje direct weer linksaf, na het 2e bruggetje direct weer rechts af (je kon dus niet hard rechtdoor lopen) dan weer zo’n 100 meter lopen met die uiverwagen, en was je eindelijk bij het juiste adres, dan moesten ze noch naar de zolder gebracht worden. Voor dat je daar zo’n 20 mud kolen bezorgd had was je een halve dag verder. Tel uit je winst.
Ook veel klanten in Den Haag hadden we 3 en soms wel eens 4 trappen lopen, eer dat je de bestelling op zijn plaats had.
Nu de gemakkelijkste klanten.
Dat waren naar ik meen zo’n 4 of 5 boeren helemaal in de provincie Utrecht, aan de Kromme Mijdrecht in het dorpje De Hoef. Hoe kom je daar helemaal verzeild zou je zeggen. Nu mijn vader was ook schipper, en hij haalde daar in de buurt altijd veen, en haalde dan bij die boeren dikwijls melk en kaas, zo zijn die connecties ontstaan. We gingen daar ‘s morgens vroeg heen met 2 vrachtwagens tegelijk met zo’n 180 mud kolen. Reden met de volle vracht kolen de stal in vlak naast de kolenhokken, en leegden in weinig minuten 180 mud kolen, daarna gingen we (mijn maatje was meestal Nol But) bij mooi weer lekker zwemmen in de Kromme Mijdrecht, tegelijk je zelf wassen, en daarna nog even vissen. We zorgden er wel voor dat we lekker op tijd thuis kwamen voor de warme prak.