Drink nooit alcohol tijdens het zware werk. Mijn trouwe makker, Nol But uit de Serrestraat, was van mening dat hij hier wel eens tegen mocht zondigen. Het was zeer warm weer en we waren brandstof aan het bezorgen in Den Hoorn bij Delft. Deze klant bood een pilsje aan toen we klaar waren. Ik weigerde maar Nol kon geen nee zeggen. Bij de laatste klant heb ik daar geen bezwaar tegen maar alla het was warm dus ga je gang maar. Maar helaas bij de volgende en laatste klant, de Kit-boerderij ergens bij Sion, daar begon het gedonder. We moesten de kolen daar in de kelder brengen, dus een trap af. Nou Nol was nog niet halverwege de trap of hij ging door zijn knieën, onderuit en belandde met een driedubbele salto in de kelder, en daar lag hij, en alle kolen door de kelder. Eigen schuld dikke bu(L)t.
Maar zonder alcohol kan het ook gebeuren, zoals het volgende:
Wij hadden enkele klanten in Leiden, er was er één met waar je 2 of 3 trappen op moest, om bij de kolenbergplaats te komen. Diezelfde beste Nol was bijna boven, laat hij zijn zak met eierenkolen van zijn schouders glijden, ja lach er maar om. Maar je kent de zwaartekracht, die werkt enkel naar beneden en niet naar boven, dus binnen de kortst mogelijke tijd lagen alle treden van het hele huis vol met eierenkolen. Gelukkig deden deze mensen niet moeilijk, want nadat ze alles weer netjes was opgeruimd en de kolen in het hok lagen bleef er nog een goeie fooi over voor de bezorgers.
Over fooien gesproken, het is niet te geloven hoeveel de chauffeurs hiervan kregen, vooral in Den Haag, waar we ook veel cliënten hadden. Dikwijls gewoon een hele doos grote sigaren, of een pakje sigaretten en geld, het bakje in de auto lag warempel altijd vol met rookgerei. Ik zelf was een verwoed sigarenroker, de mensen zeiden, altijd eerst zie een sigaar en daarna Theo v.d. Valk. Ook mijn maatje Jan(tje) Bol was ook zo’n verwoed sigarenroker. Je stapte na het lossen van een bestelling weer in de auto en hup weer een sigaar in je mond. Gelukkig ben ik er na een goede verkoudheid mee gestopt, op aandringen van mijn vrouw natuurlijk, anders was ik misschien toch door gegaan. Maar dit was toch het beste voor mijn gezondheid. (Ik ben 85 jaar)