Elfstedentocht
Die winter dat Paping de Elfstedentocht won, (zaterdag 18 Jan.1963) is er ook zo een die ik nooit zal vergeten.
Het vroor ‘s morgens vroeg minstens 15 graden, en er stond een stormachtige wind, zeker windkracht 9 met sneeuw en nog eens sneeuw. Die morgen was ik met broer Adriaan (die schipper was, maar wegens de dichtgevroren sloten niet varen kon, en zodoende ons kwam helpen) al vroeg in de morgen, het zal we ongeveer 5 uur geweest zijn aan het kolen ziften bij het station. We hadden met Kerstmis de kolenzaak van Jac.Scholtes overgenomen, die toen ziek was, en niet meer in staat was zijn klanten te bedienen. Je ging gewoon hard door je gunde je geen tijd om even te rusten, want de klanten zaten te wachten op je, ik was toen voor het eerst echt helemaal versteend van de kou. We gingen toen even snel bij mij vrouw in de Frederik Hendrikstraat een bakkie halen en een boterham eten. Toen ik het warme huis binnenstapte viel ik direct flauw, zo bevangen was ik van die vreselijke kou, dit is me echt nog nooit overkomen. Maar na enige tijd misschien ‘n uurtje of zo, was ik weer aardig bijgekomen, en gingen we weer verder in die ijzige kou. We gingen de kolen wegbrengen die we klaar hadden gemaakt, naar elke klant was het zoeken, want een zaak overnemen is wel te doen, maar om dan zomaar al de klanten te vinden was een hele puzzel. Je moest altijd achterom bij de klanten door de besneeuwde poortjes heen en dan proberen de deuren van de schuurtjes open te krijgen, want die zaten meestal half dichtgevroren.
Alle klanten zaten naar de TV te kijken naar de Elfstedentocht, en wij maar ploeteren. Ik zal het nooit vergeten, maar bij een klant, het was ergens in de Julianastraat in Wateringen, vroeg er een mevrouw aan ons “hebben jullie soms trek in een bord erwtensoep ?”. Nou dit was natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd, nog nooit en dan ook nooit heeft er een kom soep zo heerlijk gesmaakt als deze. Als ik nu nog wist wie die mevrouw toen was dan zou ik ze nu nog zeker een keer gaan bedanken.